Ruimte maken voor ontspanning, contact en zingeving. Het kan een vreemd advies lijken nu de werkdruk in de zorg zich op een ultiem hoogtepunt bevindt. Toch is er inmiddels behoorlijk wat wetenschappelijk bewijs voor dat interventies gericht op vitaliteit uitval helpen voorkomen. Juíst bij grote werkdruk(te). We vertellen graag hoe vitaliteitstraining, workshops en coaching voor zorgprofessionals het verschil kunnen maken. Én wat je als werkgever nog meer kunt doen.
Zorg en welzijn, verpleeg- en geneeskunde. Het zijn sectoren waar mensen vaak vanuit grote liefde voor hun vakgebied en hun patiënten voor kiezen, wetende dat hun werk naast mooi ook behoorlijk zwaar kan zijn. Zorgverleners hebben, naast de impact van het zorgen voor zieke, soms stervende patiënten en het begeleiden van familie, regelmatig te maken met factoren die het leveren van optimale zorg belemmeren. Personeelstekorten, regelgeving en krappe budgetten, om er maar een paar te noemen. Verder worden de behoeften van patiënten steeds complexer, verandert technologie en maken zorgverleners vanwege (corona)uitval en alle uitgestelde zorg lange werkdagen.
De universiteit van Hawaï voerde in 2014 een meta-analyse uit van diverse onderzoeken naar de effecten van Mindfulness Based Stress Reduction (MBSR - een intensieve mindfulnesstraining) bij verpleegkundigen. De conclusie was dat MBSR een sleutelinterventie kan zijn voor het vergroten van de stresscoping-vermogens van verpleegkundigen. Waarmee ook de kwaliteit van de patiëntenzorg verbetert. In een wat kleinschaliger onderzoek naar MBSR bleek ook een kortere training bij verplegers al te leiden tot significante verbeteringen in hun burn-outsymptomen, ontspanning en algehele tevredenheid over het leven.
Maar ook andere, meer teamgerichte vormen vitaliteitsinterventie helpen. Het Nederlandse onderzoeksteam van Hendriksen et al. (2016) bekeek de effecten van diverse activiteiten (op management-, team- en individueel niveau) gericht op het zelf managen van gezond gedrag. Gedurende vijf maanden volgden ruim vijfhonderd medewerkers en leidinggevenden van een verzekeraar vitaliteitstrainingen, workshops, individuele coaching en intervisie.
De onderzoekers verzamelden de uitkomsten direct na de interventies, maar ook tien maanden daarna. Vitaliteit, werkprestaties en zelfmanagement verbeterden allemaal en het verzuim nam af. Verder concludeerden Hendriksen et al. dat goede ondersteuning en betrokken supervisors resulteerden in significant lagere uitval door ziekte.
Als afsluiter van dit blokje over het wetenschappelijke bewijs voor vitaliteitsinterventies een onderzoek van McDonald et al. uit 2012. Zij onderzochten een interventie om de veerkracht van verpleeg- en verloskundigen te vergroten. De deelnemers werden in dit onderzoek buiten hun gebruikelijke werkomgeving samengebracht om deel te nemen aan kritische reflectie, ervaringsleren en creativiteit. Ook leerden ze over de belangrijkste kenmerken en strategieën van persoonlijke veerkracht. De ervaringen en vaardigheden van de deelnemers werden in deze sessies gewaardeerd en gerespecteerd, de onderzoeksleiders moedigden eerlijk zijn over de verschillen binnen de groep over veelvoorkomende kwesties en zorgen op de werkplek aan.
Goed, vitaliteitsinterventies werken dus. Maar hoe en waarom dragen ze dan precies bij aan het verbeteren van de gezondheid en het voorkomen van uitval? En wat kun je als werkgever nog meer doen? Hoogleraar vitaliteitsmanagement Tinka van Vuuren deed hier met collega’s onderzoek naar. Zij noemt het vergroten van de eigen regie en inzet van medewerkers de beste manier om gezondheid en vitaliteit te stimuleren – wij durven zelfs te beweren: de enige manier die leidt tot duurzame gedragsverandering. Drie factoren blijken bij het nemen van die eigen regie het belangrijkst:
Mensen nemen meer regie als zij beter weten dat ze zelf verantwoordelijk zijn voor hun gezondheid en hoe dit voor hen van belang is. Naast het bieden van feitelijke kennis over gezondheid en vitaliteit (op fysiek, mentaal, sociaal en zingevend vlak) komt uit het onderzoek van Van Vuuren et al. naar voren dat het nodig is die kennis daarna zo goed mogelijk aan te laten sluiten op de eigen beleving van mensen.
De data uit het onderzoek laten zien dat gezondheidsprogramma’s als workshops, trainingen, vitaliteitscoaching of diëtistenprogramma’s die zowel ingaan op de feiten als op de subjectieve beleving van vitaliteit het meest bijdragen aan het versterken van de eigen regie van werknemers.
Van Vuurens onderzoek toont ook aan dat wanneer gezond gedrag prettiger en gemakkelijker is dan ongezond gedrag, iedereen hier eerder voor kiest. Wat betreft bewegen betekent dit bijvoorbeeld dat het goed werkt als mensen ervaren dat sport en beweging leuk is: leuk voor nu én goed voor later. Het nut van bewegen is namelijk meestal niet direct zichtbaar: vandaag gezond bewegen, levert niet morgen een strakker lijf op. Het moet daarom gezocht worden in het plezier van de activiteit zelf.
Het stimuleren van zelfonderzoek waarmee werknemers kunnen ontdekken hoe ze plezier kunnen beleven aan gezond gedrag, bijvoorbeeld door het invullen en bespreken van een gerichte vragenlijst, kan een manier zijn om de intrinsieke motivatie voor gezonde keuzes te vergroten.
We zien het regelmatig: binnen een organisatie zijn er met zorg allerlei gezondheidsactiviteiten ontwikkeld en samengesteld, maar de deelnamegraad, en daarmee het effect, valt vervolgens tegen. Het onderzoek van Van Vuuren en collega’s biedt aanwijzingen voor een oplossing. Medewerkers die het gevoel hebben dat gezond gedrag ‘mag’ – dat het erbij hoort in hun organisatie om met je gezondheid bezig te zijn – scoren beter op de eigen regie dan medewerkers die niet het idee hebben dat gezondheid onderdeel is van de organisatiecultuur.
Hier kun je dus rekening mee houden in je gezondheidsbeleid. Niet alleen het stimuleren van de eerdergenoemde intrinsieke motivatie is belangrijk, maar ook dat de faciliteiten en normen rond gezondheid zichtbaar, tastbaar en voelbaar aanwezig zijn op de werkvloer. Hier gaat het naast instrumenten als hoog-laagtafels, vooral ook om de ruimte die er is voor onderlinge steun, feedback en zelfzorg. Leidinggevenden kunnen hierin een voorbeeldrol vervullen met het werkgedrag dat ze laten zien. Hoeveel, hoe lang en hoe intensief werken ze zelf? En hoeveel steun wordt er geboden als het soms te veel wordt?
Vitaliteitsinterventies helpen mensen, kortom, de eigen regie te nemen over hun gezondheid door ze bewuster te maken van hoe het met ze gaat, hoe vitaal blijven werkt en waarom dit belangrijk is. Interventies in teamverband helpen daarnaast het ondersteunende netwerk tussen collega’s te versterken (sociale vitaliteit). Om interventies en faciliteiten echter echt effect te laten hebben op vitaal werken en het voorkomen van uitval in drukke tijden, is ook het ontwikkelen van een gezonde organisatiecultuur een punt van aandacht.
Voor Samen Voor Betere Zorg voert Dijk & Van Emmerik bijvoorbeeld het project Sterk in je werk uit in de regio Kennemerland. In vier workshops van een uur, een vitaliteitsscan die medewerkers online kunnen invullen en eventuele coachingssessies vergroten deelnemers hun kennis en (zelf)bewustzijn over gezondheid en vitaal aan het werk blijven. Wat draagt bij aan fysieke, mentale en sociale vitaliteit? En welke factoren werken belastend (zie ook het Job Demands Resources model van Bakker en Demerouti hierboven)? Samen zetten deelnemers de eerste stappen in de goede richting, zowel op individueel, team- als organisatieniveau.
Wil je de vitaliteit en veerkracht van medewerkers in jouw organisatie ook een blijvende impuls geven? Dijk & Van Emmerik biedt vitaliteitsprogramma’s op maat, maar ook vitaliteitsmodules die los af te nemen zijn. Kijk op onze webpagina over vitaliteit (binnenkort online) voor het aanbod, of neem direct contact op voor een vrijblijvende intake: 020-6097700 of receptie@dijkenvanemmerik.nl.
Sarah A. Smith, Mindfulness-Based Stress Reduction: An Intervention to Enhance the Effectiveness of Nurses’ Coping With Work-Related Stress. International Journal of Nursing Knowledge Volume 25, No. 2, June 2014.
Corey S Mackenzie 1, Patricia A Poulin, Rhonda Seidman-Carlson, A brief mindfulness-based stress reduction intervention for nurses and nurse aides. Appl Nurs Res. 2006 May;19(2):105-9. doi: 10.1016/j.apnr.2005.08.002.
Ingrid J.M. Hendriksen, PhD, Mirjam Snoijer, MSc, Brenda P.H. de Kok, MSc, Jeroen van Vilsteren, and Hedwig Hofstetter, MSc. Effectiveness of a Multilevel Workplace Health Promotion Program on Vitality, Health, and Work-Related Outcomes. Journal of Occupational and Environmental Medicine 2016 Jun; 58(6): 575–583.
Glenda McDonald, Debra Jackson, Lesley Wilkes, Margaret H Vickers, A work-based educational intervention to support the development of personal resilience in nurses and midwives. Nurse Educ Today. 2012 May;32(4):378-84. doi: 10.1016/j.nedt.2011.04.012. Epub 2011 Jul 2.
Tinka van Vuuren, Mathilde Lub en Frans Marcelissen, Sturen op eigen regie van werknemers op gezondheid. Een noodzakelijke paradox. Tijdschrift voor HRM 9 2016.