Beste lezers, Deze keer gaat het over de IRO, bij sommigen welbekend, maar niet voor iedereen relevant. De IRO is in januari 2004 ingevoerd en is bedoeld voor arbeidsongeschikten en/of werklozen die een uitkering via het UWV ontvangen. De regeling beoogt de client van het UWV de regie te geven over zijn of haar re-integratie. Het ligt dan ook in de lijn van de verwachting dat de client op alle momenten in het re integratieproces zelf een bepalende stem heeft. Is dit zo? Hier is onderzoek naar gedaan door een bureau met de intrigerende naam BPV & W. Dat staat voor Breed Platform Verzekerden en Werk. Deze organisatie is blijkens haar website onafhankelijk van clientenorganisatie, uitvoeringsinstantie en verzekeringsmaatschappijen. Wat hebben zij onderzocht?
Bij de IRO zijn er diverse momenten waarop cruciale beslissingen worden genomen. Dat begint bij de beslissing van een UWV-medewerker om een client al dan niet over de IRO te informeren en de beslissing of de client in aanmerking komt voor een IRO. Daarna gaat het om de keuze voor een re-integratiebedrijf, het opstellen van het re integratieplan en aanpassingen van het plan tijdens de uitvoering. Bij al deze beslissingen ligt de regie nu vaak bij de professionals. De keuze voor het re-integratiebedrijf wordt bijvoorbeeld vooral bepaald door UWV-medewerkers. Zij laten zich hierbij vooral leiden door hun persoonlijke ervaringen met re-integratiebedrijven en ervaringen uit hun netwerk. Daarnaast hebben consulenten van re-integratiebedrijven vaak ook de regie bij de invulling van het re-integratieplan en tijdens de uitvoering van het IRO-traject. De client is hierbij meebeslisser.
BPV&W concludeert in zijn rapport dat ondanks de beperkte regie bij de client zowel professionals als clienten tevreden tot zeer tevreden zijn over de IRO. Om toch meer regie door de client mogelijk te maken, kunnen concrete veranderingen in de procedure worden aangebracht. Dit kan door het bieden van meer informatie over de IRO en de rechten en plichten daarbij. Daarnaast kunnen professionals een stapje terug doen en meer ruimte aan clienten geven. Bijvoorbeeld bij het kiezen van een geschikt re integratiebureau, en door het ‘gunnen’ van orientatietijd om een bureau te vinden waarmee ‘het klikt’.
Dus als ik het goed lees:
Er is een regeling waar alle betrokkenen tevreden over zijn. Hiervoor worden veranderingen voorgesteld. Met welk doel? Om de tevredenheid te verlagen misschien?
En de verandering die wordt voorgesteld, is om tijd en energie te steken in hoe clienten hun bureau moeten uitkiezen door hun meer tijd te geven. Ze hebben nu over het algemeen zes weken de tijd en men ervaart dat als genoeg en is er tevreden over.Is het niet zinvoller om de regeling ook open te stellen voor mensen die korter dan een half jaar werkloos zijn. Dat is namelijk nu nog niet zo.
Nou ja, ik zal het wel verkeerd lezen. Zo nutteloos als het mij lijkt, zal een onderzoek toch niet zijn? Beste lezer, als je toevallig zin hebt om het onderzoek tot je te nemen: Het onderzoeksrapport Regie over re-integratie: de mogelijkheden van een IRO